Doorgaan naar hoofdcontent

In een trein

In een trein. Het is nacht, het interieur zonder lampen is duister. Gestaag trekken maanverlichte bomen voorbij, daarachter velden met soms een donkere boerderij. Het rijtuig kraakt, de bankjes zijn niet erg comfortabel. Het is een oude trein, het venster met de hand geopend zakt helemaal weg in de wand van de trein. Je zou door de opening naar buiten kunnen klimmen, maar ondanks het kalme tempo lijkt me dat niet veilig.

Af en toe waait er scherpe rook naar binnen. Gedempt door het in cadans ratelen van de wielstellen hoor ik in de verte het puffen van de stoomlocomotief. Als het niet middenin de nacht was zou dit een uitje kunnen zijn van de plaatselijke stoomtreinvereniging. Maar dan zouden de reizigers meer uitgelaten zijn. Iedereen zit stilletjes op zijn plek.

Ik pak mijn cameratas van mijn schoot, sta op en zet de tas op mijn zitplek. Ik pak mijn camera en leun uit het raam. Het is bewolkt, de wolken zijn groot en koud, beschenen door de maan. Ik breng mijn camera aan mijn oog om de belichting in te stellen. Het is haalbaar om een foto te maken in het maanlicht. Maar waarvan? Er trekken wat bomen voorbij. Een veld met graan. Struikgewas.

Waar zijn we eigenlijk? Iedereen zwijgt. Slechts de geluiden van de rammelende en krakende trein doorbreken de stilte. Een groep bomen vlak langs de rails schiet voorbij en dan zie ik ineens de tijger staan een eind verderop in een veld met hoog gras. De ogen lijken licht te geven, de vacht glanst in het maanlicht.

Onmiddelijk breng ik mijn camera weer aan mijn oog. Dit wordt een meesterlijke foto, zo’n nachtelijk landschap van onbeduidende allure met een tijger in een grasveld. Wat is dit voor raars? Ik maak snel een compositie, dit wordt iets heel bijzonders. Ik voel hoe de compositie samenkomt. De tijger kijkt naar de trein. Ik druk af. De camera weigert.

Snel controleer ik de camera, activeer de verlichting van het LCD om te kunnen lezen. Ik check de transportinstellingen, ISO, het geheugenkaartje, alles is goed. Snel de camera terug naar mijn oog, componeer, druk af, er gebeurt niets, de camera zwijgt. Dit duurt te lang. Een groepje bomen trekt voorbij, de tijger dreigt uit het zicht te verdwijnen. Het beest draait zich om en sjokt door het veld, van de trein af. Met de camera voor mij druk ik een paar keer op de ontspanknop, er gebeurt niets.

Nogmaals controleer ik de instellingen. Een meesterwerk wordt het niet meer maar die tijger in dit landschap, die moet ik toch als bewijs vastleggen. Ik druk op de Play knop, er staan foto’s op het kaartje, het is niet vol. De accu is duidelijk niet leeg. Ik druk nogmaals een paar keer op de ontspanknop. De camera blijft weigeren.

Bomen trekken voorbij, we bereiken een bosrand, de tijger is allang uit het zicht verdwenen. Ik vraag mij af hoe dat nou kan, dat de camera niet afdrukt op zo’n cruciaal moment. De reizigers kijken naar mij, er heerst een oorverdovende stilte.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een kerstverhaaltje

Ik zal de wereld vrede brengen. Die profetie is mijn bestaansrecht en mijn motivatie. Mijn plan is: laat de rede overwinnen. Met niet te weerleggen argumentatie zal ik volkeren tot elkaar brengen en vertrouwen herstellen, de mensheid tot één verlicht geheel smeden. Geholpen door het gelukkige gesternte waaronder ik geboren ben en dat mij op dit gebied onfeilbaar maakt. Wanneer mensen in het klein en volkeren in het groot eindelijk begrijpen dat het kwaad dat ze aanrichten vroeg of laat als een boemerang terugkomt, waardoor hun plan vanaf het begin tot mislukken gedoemd is, zullen mijn woorden in vruchtbare aarde vallen. De mensheid is er rijp voor. Waar wachten we nog op? Mijn heerschappij zal zonder onrecht tot stand komen, ik zal veroveren zonder oorlog. Vrijwillig kiest iedereen, kiezen alle volken, dezelfde kant, mijn kant, om zo eensgezind voort te bestaan. Door iedereen minstens voldoende uit te keren uit de bronnen der aarde en af te rekenen met het waandenkbeeld dat materië...

De postbode

Suizend en rammelend sjezen over een smal zandpaadje op een “delivery bike”: een loodzwaar frame met extra brede wielen en banden en voorop een rek met een bomvol krat en achter zijtassen en op de stevige bagagedrager bovendien een peuter in een ruim bemeten kinderzit die eigenlijk meer weg heeft van een fauteuil. Het paadje loopt af en de snelheid verder op. De bike is fel rood en trilt en stuitert en wordt achterna gezeten door een tweede bestuurd door degene die de weg weet. In de fauteuil heeft de jonge koetsier zich half opgericht in zijn riemen en geeft enthousiast aanwijzingen die vooral neerkomen op “nóg harder!” De protagonist heeft nu geen tijd om zich af te vragen hoe hij in deze situatie terecht is gekomen. Hij wijkt iets uit voor een scheefhangende boom en scheert daarbij langs een struik en daar komt een dwarsverbinding aan: iets wat op een fatsoenlijk fietspad lijkt - “Links!” roept zijn achtervolgster - hij ontwijkt nog wat hoge brandnetels, rakelings langs een kei en...

Valentijn

Zij had hem opnieuw gezien en hij haar ook, toen ze op het schoolplein ineens naast elkaar stonden. “Hé” zeggen ze tegelijk. Een blik recht in de ogen, zo sterk dat het schoolplein en de geluiden verdwijnen. Ze blijven elkaar secondenlang aankijken totdat de bel klinkt en ze in hun eigen groepjes de les ingaan. Ze hebben samen Engels, Nederlands en Wiskunde. Zij zit meestal achterin met de meiden, hij ergens halverwege of voorin de klas, afhankelijk van waar nog plek was. Bij Wiskunde zit hij helemaal vooraan en hij maakt er een potje van, moet hardop lachen met het tafeltje achter hem zodat de leraar hem voor de klas roept: “Teken jij even een normaalverdeling voor ons, Jochem”, zegt Wim terwijl hij de stift aan hem geeft en op het lege bord wijst. Jochem trekt zwijgend een verticale as kaarsrecht in het midden van het bord, een horizontale er doorheen en dan met een vloeiende beweging een brede kerkklok die de normaal verdeling moet voorstellen. Wim kijkt goedkeurend toe. Dan bewee...