Doorgaan naar hoofdcontent

Of de kikker de mens ontdekt

Op een houten bank in het park zit ik aan mijn baard te plukken. De zon voelt weldadig op mijn huid. Ik sluit mijn ogen en leg mijn handen in mijn schoot. In de verte hoor ik kinderen spelen, boven mijn hoofd kwetteren vogels, bomen ruisen in de wind. Ik vraag mij af: Welke gevolgen kan de ontdekking van buitenaards leven hebben voor de mensheid?
Zou buitenaards leven een basisvoorwaarde voor het bestaan kunnen zijn? Zonder dat de mens de vorm ervan kent, net zo min als een teek weet waar hij zich aan laaft?
Begin 1492 kon je deze vraag stellen: Welke gevolgen kan de ontdekking van een nieuw continent hebben voor de mensheid? De meeste mensen waren toen bezig met overleven in een harde samenleving, zij zochten vertier bij openbare terechtstellingen en heksenverbrandingen. In augustus van dat jaar voer Columbus uit.
Rond diezelfde tijd ontdekte de mens de dodo.1 Twee eeuwen later verdween die als soort dankzij zijn ontdekking geruisloos van het toneel, zonder het keerpunt opgemerkt te hebben.

Het kikkerperspectief

Kikker heeft een eenvoudig recept voor ontmoetingen met ander gedierte. ‘Wanneer het groter is dan ik,’ denkt hij, ‘sla ik op de vlucht. Wanneer het kleiner is, dan eet ik het op. Is het ongeveer even groot, dan probeer ik er seks mee te hebben.’
Mensachtigen zijn dieren die (zelf)bewustzijn hebben, en daarmee ook een ander herkennen en zich erin kunnen verplaatsen. Al snel krijgt de mens door dat ieders gedachtenwereld nogal wat overeenkomsten vertoont. Boom, vuur, steen, de zon die opkomt en ondergaat, de blauwe hemel boven het hoofd.
Inmiddels is bekend dat lucht niet blauw is maar vanaf het oppervlak van de aarde zo overkomt door verstrooiing van zonlicht door molekulen2 en dat het draaien van diezelfde aarde maakt dat aardbewoners hun ster zien ‘opkomen’ en ‘ondergaan’.
Geholpen door taal ontwikkelt de mensheid een bouwwerk van concepten gebaseerd op die collectieve gedachtenwereld. Belangrijke concepten zijn zwaartekracht, tijd, en oorzaak en gevolg (causaliteit). Het menselijke perspectief is zeer dwingend: wanneer ik boven jouw hoofd een aambeeld over een rand duw dan heb jij even later daadwerkelijk veel pijn.
Toch werken die concepten anders dan de mens ervaart. Zwaartekracht is meer precies een ruimtetijdkromming3, tijd is niet universeel en continu, maar persoonlijk en discreet4 en speelt geen rol bij de fundamentele natuurkunde5, oorzaak en gevolg kunnen in omgekeerde volgorde plaatsvinden6. De werkelijkheid is een web van gebeurtenissen dat bestaat bij de gratie van verandering.
Het ligt in de lijn der verwachting dat de mens zijn wetenschappelijke kennis blijft verdiepen waarbij hij zijn blik op de collectieve gedachtenwereld verruimt.
Zie het als twee werkelijkheden: de fysieke werkelijkheid die door de mens wordt bestudeerd aan universiteiten en wetenschappelijke instituten en zo steeds wordt uitgebreid, met daaromheen de metafysieke werkelijkheid van alles dat er gewoon is, of de mens het nu beseft of niet.

Wat is buitenaards leven

Voor een goede discussie is een definitie van ‘leven’ belangrijk7. Iets dat leeft plant zich voort, kent geboorte, groei en dood, en afhankelijk van de context nog een paar andere eigenschappen. Bovendien zijn er uitzonderingen. Levende parasieten kunnen zich niet voortplanten zonder gastlichaam, reden waarom virussen als levenloos worden gezien. De muilezel kan zich helemaal niet voortplanten, maar wordt weldegelijk tot de levenden gerekend. Er bestaat een kwal die nooit sterft: op zijn oude dag verjongt hij zichzelf tot poliep om opnieuw te beginnen.
Wanneer zich een vaag pulserende tint voor mijn ogen aandient8 die rechtstreeks in mijn gedachten over een waanzinnige thuisplaneet begint te vertellen, wie ben ik dan om te beslissen dat die niet leeft op basis van de definitie en het feit dat ‘vaag pulserende tint’ niet bij de uitzonderingen staat. Een uitzondering is snel gemaakt, zoiets maakt definities onhoudbaar.
Buitenaards leven is ‘leven’ dat zijn oorsprong buiten de dampkring heeft.
Terwijl ik mijn gedachten orden om die op te schrijven bedenk ik waar die vandaan komen. Welke boeken ik heb gelezen en daarmee andermans gedachten heb gedacht. Welke dromen ik gehad heb vol nieuwe gedachten. Mijn individuele gedachten lijken van mij, maar via mij veranderen gedachten die ik put uit het collectieve gedachtengoed wanneer ik ze doorgeef. Als veel mensen dat doen groeien die gedachten. Sommige gedachten sterven hier weer, wanneer niemand ze denkt.9
Wie zegt dat gedachten niet leven? Wie zegt dat die alleen hier bestaan en alleen op geïsoleerde hersenen draaien? Misschien komen zij wel uit een andere dimensie die een snijvlak met de aarde heeft. Nu denk ik aan het heelal, wat het inhoudt. Dat het geboren wordt, groeit en wellicht sterft. Dat er misschien meer zijn10. Ik ben verbaasd dat het niet als levend gezien wordt.
Een gedachte van mij bevindt zich buiten de fysieke werkelijkheid, ook al kan die wel invloed hebben op bloed, energie, zuurstofverdeling en stroompjes in mijn brein. Terwijl ik zojuist aan het heelal dacht zat dat heelal niet fysiek in mijn hoofd. Zo is er meer buiten de fysieke werkelijkheid, waar de mens mee te maken heeft. Bijvoorbeeld het placebo effect. En wat is datgene dat mijn gedachten kan bestuderen tijdens een meditatie? Dat bevindt zich in de metafysieke werkelijkheid, die naast de fysieke werkelijkheid alles bevat dat mensen niet kunnen meten en zich niet kunnen voorstellen. Daarin is geen zwaartekracht, tijd of causaliteit. Die werkelijkheid ‘is’ alles. Mogelijk bevat die een computer waarop heelallen draaien als simulatie11, of een oneindige hoeveelheid heelallen die onderling interactie hebben10, of een knikkerveldje van gigantische proporties12. Zelf denk ik dat die iets heel anders inhoudt. Zo groot en fantastisch dat geen mens het ooit kan bevatten.
‘Gedachten’ en ‘het heelal’ zijn slechts twee voorbeelden van mogelijk bestaand buitenaards leven dat de mensheid al millenia in het gezicht staart, maar op grond van een onhoudbare definitie uitgesloten is van ‘leven’.

De onstuitbare mars van de vooruitgang

Stel je eens voor dat je probeert te praten met iemand die hier 500 jaar geleden woonde. Als het al lukt om de taalbarrière te overbruggen zul je het bij zeer simpele zinnen moeten houden. Elektriciteit, huidige transportmiddelen, de manier waarop mensen met elkaar omgaan, de rechtstaat, je smartphone, allemaal volstrekt onvoorstelbaar voor je gesprekspartner, die zich zal afvragen wat jij bent met je gladde huid, digitale horloge en dichtgeritste softshell in onnatuurlijke kleuren.
Veel concepten die voor jou gesneden koek zijn kan deze persoon onmogelijk bevatten. Zo gaat het ook richting de toekomst: de mens over 500 jaar zal jou zeer vreemd voorkomen. Het verwijden van de kloof gaat zelfs steeds sneller en sneller13.
Als de ene mens al zo verschilt met de andere op dezelfde planeet een fractie verder in de tijd, hoe zou je dan iets herkennen dat een totaal ongerelateerde ontwikkeling heeft doorgemaakt die misschien wel miljoenen of miljarden jaren eerder begon?
Een kikker functioneert zonder zelfbewustzijn of empathie. Maar met zijn ogen en oren heeft hij al een breder perspectief op de werkelijkheid dan een kwal. De kwal kan zichzelf bewegen en licht detecteren, dat geeft hem een ruimer perspectief dan klonten in oersoep waaruit het leven is ontstaan, die alleen maar elkaar konden aanraken. Zo gaat de ontwikkeling: iedere volgende stap heeft een breder perspectief. Hoe geavanceerder de soort, hoe ruimer de fysieke werkelijkheid. Grote stappen overschrijden ook grenzen. Een kwal kan onmogelijk weten hoe het is om een scherp beeld te zien en geluiden waar te nemen. Een kikker kan zich niet indenken hoe het is om te beseffen dat hij een kikker is, en zijn buren andere kikkers, met vergelijkbare zorgen en wensen. De mens kan zich niet voorstellen hoe het voorbij de volgende grens is.
Er zijn ook communicatiebarrières. Vergelijk de rijkdom van de mensenlijke communicatie die nu geheel voorbij gaat aan zijn huisdier dat vooral reageert op aanwezigheid en eten. Zoals mensen reageren op zwaartekracht en licht.
De mens is bij lange na niet in staat tot snel reizen door de ruimte en vlotte communicatie met andere sterrenstelsels, vanwege beperkingen in zijn fysieke werkelijkheid. Buitenaards leven dat die vaardigheden wel heeft is vermoedelijk zo geavanceerd dat het zich verhoudt tot mensen als mensen tot kikkers. Probeer als kikker maar eens ‘de mens’ te ‘ontdekken’. Je hebt geen flauw idee.

De olifant

Er staat natuurlijk nog een dikke olifant in de kamer.
In de werkelijkheid zoals de mens die kent, de fysieke werkelijkheid, is het heelal oneindig groot en ontwikkelt leven zich zoals op de aarde. Het begint met een oersoep waarin materiaal samenklontert en volgt dan de evolutietheorie. Zelfs wanneer de benodigde omstandigheden zeldzaam zijn komen die oneindig vaak voor in een oneindig groot heelal. Er zijn dus heel veel buitenaardse levens volgens dit zelfde recept. Let wel, de uitkomst van het recept kan anders zijn.
Ergens in 1950 roept natuurkundige Enrico Fermi tijdens een lunch met collega’s terecht uit: ‘Waar zijn ze dan?’14. Want waarom zien aardbewoners niet alsnog óók die krioelende lichaampjes op een verderop gelegen planeet, als die er wel móeten zijn volgens de redenatie?
Het is niet aan mij om deze paradox op te lossen maar hij doorkruist wel mijn gedachtengang.
  • Mogelijk zijn levensvormen zo verdeeld over dit heelal, vanwege de zeldzaamheid van de omstandigheden, dat er technieken gebruikt moeten worden buiten de fysieke werkelijkheid om elkaar te detecteren en contact te maken. De afstand kan simpelweg te groot zijn15.
  • Mogelijk ontwikkelt een technologische samenleving in een paar honderd jaar geavanceerdere manieren van communiceren en detecteren dan straling en materiaal zoals satellieten en probes, of is het mogelijk die stap helemaal over te slaan. Zulke geavanceerdere methoden geven een ander perspectief op de gehele werkelijkheid. Een samenleving zal zich dan verder daarmee bezig houden16 in plaats van radiostraling het heelal in blijven sturen17.
  • Mogelijk werken statistiek en oneindigheid niet meer op deze schaal, net als de zwaartekracht, tijd en causaliteit uiteindelijk op een andere schaal anders blijken te werken. Dan zou de aarde alsnog de enige planeet met leven volgens dit recept kunnen zijn.
  • Mogelijk is dit heelal een simulatie waarin de evolutie bewust in zijn eentje op een planeet in de oneindigheid wordt getest, zonder hulp of voorbeelden.
Verklaringen passen bij de gedachte dat de mens geen buitenaards leven zal ontdekken zolang hij van deze soort is in de huidige fysieke wereld; zoals kikkers geen zelfbewuste zoogdieren ontdekken en kwallen geen kikkers.

Een poging tot antwoord

Na een zeereis van ruim een maand ontdekt Columbus Amerika. Eenmaal aan land is er een verrassing: er wonen al mensen. Deze mensen zijn duizenden jaren geleden, mogelijk over land dat er toen nog was, daar terecht gekomen en hebben een eigen samenleving opgebouwd. Wat zijn nu de gevolgen van de ontdekking van Amerika voor de mensheid? Van de ‘ontdekking’ voor ‘de mensheid’?
Volgens mij is buitenaards leven een kwestie van perspectief en definities en is als zodanig binnen de fysieke werkelijkheid niet door mensen te herkennen. In plaats van de ontdekking is er een ontwikkeling naar een breder perspectief, een uitdijende fysieke werkelijkheid. ‘De mensheid’ en ‘buitenaards leven’ zijn concepten uit de oude wereld, de ontdekking bestaat niet.


________________

[1] De dodo was een enorme vogel die niet kon vliegen en die leefde op het eiland Mauritius. Dat hij niet kon vliegen was geen probleem; vijanden had hij niet. Tot de kolonisten kwamen. Zij brachten dieren als katten, geiten, varkens en makaken (een apensoort) mee die met de dodo concurreerden om eten, hun nesten vertrappelden en hun jongen opaten. Tegelijkertijd kapten kolonisten het bos, de leefomgeving van de dodo. Eind 17e eeuw stierf de laatste dodo. (bron infonu.nl, wikipedia.org)
[2] https://www.scientificamerican.com/article/why-is-the-sky-blue/
[3] Dat neemt niet weg dat “zwaartekracht” nog steeds “werkt” als concept, maar betekent wel dat de onderliggende systemen van een andere natuur zijn. Meer uitleg in het boekje van voetnoot 4, of kijk op Wikipedia.
[4] Carlo Rovelli – Het mysterie van de tijd (2018), o.a. p. 60.
[5] Zelfde als voetnoot 4, o.a. p. 67. Ook mooi: Julian Barbour – The end of time (1999).
[6] Dit volgt ook uit de relativiteitstheorie, ik snapte het pas (een beetje) toen ik dit van harte aanbevolen boekje had doorgewerkt: Clement V. Durell, Readable Relativity (1962) in het Nederlands vertaald als De relativiteits theorie (1965). Overigens is het logisch dat wanneer tijd niet bestaat gebeurtenissen niet perse “na” elkaar plaatsvinden.
[7] Een compacte verhandeling vind je, wederom, op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Leven
[8] Ik probeer hier een beeld te schetsen dat binnen de grenzen van commerciële science fiction valt en daardoor enigszins herken-baar is. Ik zou ook kunnen zeggen: een tinteling aan mijn kleine teen, of: een eenzaam gevoel dat talig is, het kan van alles zijn. Punt is: het zal waarschijnlijk iets zijn dat niemand ooit bedacht heeft. Zo begint de definitie van leven overeenkomst te vertonen met de beschrijving van de baan van hemellichamen toen de aarde nog als centrum van alles werd gezien: nodeloos complex.
[9] Vergelijk de ‘Meme’ van Richard Dawkins – The selfish gene (1976), hoofdstuk 11, pp. 189 - 201
[10] Een fabelachtig idee uit de wetenschap. Ook de vinden op Wikipedia. Multiverse: https://en.wikipedia.org/wiki/Multiverse / Quantum physics’ many-worlds interpretation: https://en.wikipedia.org/wiki/Many-worlds_interpretation
[11] Nick Bostrom – The simulation argument (2003) https://www.simulation-argument.com/
[12] The marble galaxy, eindscene van Men in Black (1997), https://www.youtube.com/watch?v=QTOBxlFjgc0
[13] Ontwikkeling verloopt volgens een steeds steiler wordende curve, mogelijk logaritmisch. Dat wil zeggen: dezelfde relatieve verandering vindt plaats in steeds kortere tijd. De wet van Moore is bekend, die stelt dat het aantal transistoren op een mm² chip elke 2 jaar verdubbelt. Maar dezelfde curve zie je in de economie, het Bruto Wereldwijd Product stijgt nauwelijks gedurende de geschiedenis van de mens totdat die rond 1900 in de ‘elleboog’ van de curve zit en de GWP plotseling door het dak gaat. Hetzelfde geldt voor wetenschap, als je kijkt hoe snel paradigma-verschuivende ontdekkingen en inzichten elkaar opvolgen. In evolutie idem dito: steeds kleinere tijdspannen zijn er nodig om steeds grotere stappen in de ontwikkeling van organismen te maken.
[14] De Fermiparadox. De eerste uitgebreide tekst dateert van bijna 20 jaar na Fermi’s overlijden: Michael Hart (1975). "Explanation for the Absence of Extraterrestrials on Earth". Quarterly Journal of the Royal Astronomical Society. 16: 128–135.
[15] Dat is ook een gevolg van een oneindig groot heelal: oneindig grote afstanden.
[16] Zoals de mens tegenwoordig e-mail gebruikt in plaats van trommels om te communiceren.
[17] Om buitenaards leven te detecteren zou de ene samenleving precies moeten rondkijken en meten in deze fysieke werkelijkheid terwijl de bol van straling (dit is inclusief kunstmatige verlichting van de planeet gedurende de tijd dat het nodig is voor de samenleving) veroorzaakt door de andere samenleving voorbij komt, zonder de mogelijkheid iets terug te zeggen. De kans hierop is bijzonder klein, waarschijnlijk zijn zulke signalen van geavanceerde samenlevingen de aarde allang gepasseerd. Een mogelijk antwoord op de Fermiparadox is dat zwarte gaten zulke geavanceerde samenlevingen zijn, Vyacheslav Dokuchaev – Is there life inside black holes? (2011) https://arxiv.org/abs/1103.6140

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een kerstverhaaltje

Ik zal de wereld vrede brengen. Die profetie is mijn bestaansrecht en mijn motivatie. Mijn plan is: laat de rede overwinnen. Met niet te weerleggen argumentatie zal ik volkeren tot elkaar brengen en vertrouwen herstellen, de mensheid tot één verlicht geheel smeden. Geholpen door het gelukkige gesternte waaronder ik geboren ben en dat mij op dit gebied onfeilbaar maakt. Wanneer mensen in het klein en volkeren in het groot eindelijk begrijpen dat het kwaad dat ze aanrichten vroeg of laat als een boemerang terugkomt, waardoor hun plan vanaf het begin tot mislukken gedoemd is, zullen mijn woorden in vruchtbare aarde vallen. De mensheid is er rijp voor. Waar wachten we nog op? Mijn heerschappij zal zonder onrecht tot stand komen, ik zal veroveren zonder oorlog. Vrijwillig kiest iedereen, kiezen alle volken, dezelfde kant, mijn kant, om zo eensgezind voort te bestaan. Door iedereen minstens voldoende uit te keren uit de bronnen der aarde en af te rekenen met het waandenkbeeld dat materië

Het hofje

Op de hoek staat een scheve lantaarnpaal. Ertegenover in het halfdonker staat een aftandse auto met vier wielen op de stoep. Uit het kiertje van het raam van de bestuurder wolkt zo nu en dan de rook van een joint. Je ruikt het ook in de omgeving. Het vermengt met de geur van een vuurtje in iemands tuin. De man in de auto heeft onlangs zijn paardenstaart afgeknipt. Hij heeft nu een vrouw en een kind in één van deze huizen wonen. Een kat zit te schijten in het onkruid bij de zwarte Volvo met lekke band. Verderop vechten twee andere katten iets uit. Eentje heeft nog maar één oog, op de plek van het andere loopt een groot litteken tot aan zijn oor. Hij grijpt met beide voorklauwen de kop van zijn tegenstander beet, als een omhelzing. Die rukt zich los draait om en rent weg. Een gezette man in een vies hemd kijkt toe vanuit zijn slaapkamer, krabt aan zijn ballen en trekt het rolgordijn weer omlaag. Het hoekhuis met de grootste tuin, daar hangt de schutting scheef over de hele lengte. Er z

De postbode

Suizend en rammelend sjezen over een smal zandpaadje op een “delivery bike”: een loodzwaar frame met extra brede wielen en banden en voorop een rek met een bomvol krat en achter zijtassen en op de stevige bagagedrager bovendien een peuter in een ruim bemeten kinderzit die eigenlijk meer weg heeft van een fauteuil. Het paadje loopt af en de snelheid verder op. De bike is fel rood en trilt en stuitert en wordt achterna gezeten door een tweede bestuurd door degene die de weg weet. In de fauteuil heeft de jonge koetsier zich half opgericht in zijn riemen en geeft enthousiast aanwijzingen die vooral neerkomen op “nóg harder!” De protagonist heeft nu geen tijd om zich af te vragen hoe hij in deze situatie terecht is gekomen. Hij wijkt iets uit voor een scheefhangende boom en scheert daarbij langs een struik en daar komt een dwarsverbinding aan: iets wat op een fatsoenlijk fietspad lijkt - “Links!” roept zijn achtervolgster - hij ontwijkt nog wat hoge brandnetels, rakelings langs een kei en