Doorgaan naar hoofdcontent

Muts

De protagonist daalt langzaam de bruine betegelde trap af in zijn appartementengebouw, licht voorovergebogen om de treden in het halfduister niet te missen. Een beetje stram van het schuren en schilderen en behangafsteken van de afgelopen dagen en vooral moe met dank aan de slapeloosheid. Lichte spierpijn in armen en benen. Belachelijke voornemens, hoezo huis schoonmaken, beetje verbouwen. Hoezo elke dag naar je werk fietsen. Weer of geen weer. Nog zoiets, waarom niet gewoon de trein pakken als de regen horizontaal over de aardbol jaagt? Met een warm espressootje van de koffiebar. Kan hij dan nooit eens even normaal doen?

Stap voor stap omlaag, kalm en gestaag. Volgende verdieping. Met de rechterhand pakt hij de leuning vast, met links omklemt hij zijn zwarte stoffen handschoenen, die na een paar kilometer fietsen doorweekt aan zijn huid zullen plakken en die hij na de kantoordag nog klam weer over zijn vingers zal gaan wurmen. De dikke oude winterjas nog vochtig over zijn bovenlichaam hangen. O hoe heerlijk een vooruitzicht.

Onderaan de trap richt hij zich op en terwijl hij verder stapt in het schaars verlichte gangetje met bakstenen wanden en dezelfde oude bruine tegels op de vloer als die de trap haar ouderwetse uiterlijk geven, kijkt hij langs de blikken brievenbussen door de ruit van de buitendeur: donker en nat. Bij het openen voelt hij de wind rukken. Over de drempel stappen. Druppeltjes regenen zacht tegen zijn wang en blijven hangen in zijn millimeter kapsel. Een paar meter recht voor hem een rijzige gestalte. Een heer met een dikke bos spierwit haar en een mooie donkere winterjas die openhangt en zo een blik op de nonchalante dure das gunt loopt van zijn Jaguar naar de deur, bliep bliep doen de knipperlichten. De jaspanden waaien op. De protagonist wacht even met de deur in zijn handen.

"Pas op dat je muts niet wegwaait, jongen." zegt de heer terwijl hij langs de protagonist het gebouw binnen loopt. De protagonist kijkt naar het donkere propje in zijn linkerhand dat zijn twee handschoenen is. "Ik heb geen muts" denkt hij, en loopt naar de berging om zijn fiets te pakken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een kerstverhaaltje

Ik zal de wereld vrede brengen. Die profetie is mijn bestaansrecht en mijn motivatie. Mijn plan is: laat de rede overwinnen. Met niet te weerleggen argumentatie zal ik volkeren tot elkaar brengen en vertrouwen herstellen, de mensheid tot één verlicht geheel smeden. Geholpen door het gelukkige gesternte waaronder ik geboren ben en dat mij op dit gebied onfeilbaar maakt. Wanneer mensen in het klein en volkeren in het groot eindelijk begrijpen dat het kwaad dat ze aanrichten vroeg of laat als een boemerang terugkomt, waardoor hun plan vanaf het begin tot mislukken gedoemd is, zullen mijn woorden in vruchtbare aarde vallen. De mensheid is er rijp voor. Waar wachten we nog op? Mijn heerschappij zal zonder onrecht tot stand komen, ik zal veroveren zonder oorlog. Vrijwillig kiest iedereen, kiezen alle volken, dezelfde kant, mijn kant, om zo eensgezind voort te bestaan. Door iedereen minstens voldoende uit te keren uit de bronnen der aarde en af te rekenen met het waandenkbeeld dat materië

Of de kikker de mens ontdekt

Op een houten bank in het park zit ik aan mijn baard te plukken. De zon voelt weldadig op mijn huid. Ik sluit mijn ogen en leg mijn handen in mijn schoot. In de verte hoor ik kinderen spelen, boven mijn hoofd kwetteren vogels, bomen ruisen in de wind. Ik vraag mij af: Welke gevolgen kan de ontdekking van buitenaards leven hebben voor de mensheid? Zou buitenaards leven een basisvoorwaarde voor het bestaan kunnen zijn? Zonder dat de mens de vorm ervan kent, net zo min als een teek weet waar hij zich aan laaft? Begin 1492 kon je deze vraag stellen: Welke gevolgen kan de ontdekking van een nieuw continent hebben voor de mensheid? De meeste mensen waren toen bezig met overleven in een harde samenleving, zij zochten vertier bij openbare terechtstellingen en heksenverbrandingen. In augustus van dat jaar voer Columbus uit. Rond diezelfde tijd ontdekte de mens de dodo. 1 Twee eeuwen later verdween die als soort dankzij zijn ontdekking geruisloos van het toneel, zonder het keerpunt opgemerkt

Triolet

'Weg met Gregorius' staat op een spandoek, en: 'negenentwintigste, afschaffen, nu!' Al deze sceptici, schrikkeldagweigeraars, staan in de regen, ze hoeven geen 'plu